Interview met Ruud van Hees

Padel is de snelst groeiende sport in Nederland. Daarom zijn wij blij te spreken met iemand, die bijdraagt aan deze ontwikkeling. In dit interview spreekt Steven met Ruud van Hees. Van oudsher is hij tennisleraar en ondernemer. Bij de introductie van padel werd hij gegrepen door deze racketsport en heeft hij zich er helemaal in verdiept. Inmiddels is hij als speler en als trainer/coach zeer actief in padel binnen de KNLTB, de bond waar deze sport onder valt.

Ruud is onder meer leercoach coördinator, verantwoordelijk voor de leercoaches padel en de inhoud van de opleidingen en is assistent-bondscoach van het nationale herenteam dat in november 2022 deelnam aan het WK in Dubai. Hij licht vanuit verschillende invalshoeken toe hoe mentale factoren een rol spelen in deze nieuwe sport. Een inspirerend en enthousiast gesprek, waarin de drive om padel verder te brengen duidelijk naar voren komt.

Je vervult verschillende functies binnen padel. Je speelt zelf en je traint en coacht anderen. Hoe is de verdeling daartussen?

Door alle werkzaamheden schiet het trainen voor mijzelf er bij in. Officieel ben ik bij de KNLTB onder contract als assistent-bondscoach voor het nationale herenteam. Dat speelt vooral rondom evenementen, hierbij kan je denken aan het WK en EK. Wekelijks besteed ik drie dagen aan coördinatie van de trainersopleidingen, geef ik één dag opleiding en één dag assistent.

Vorig jaar was mijn invulling nog gevarieerder, met nog wat andere zaken die ik er omheen deed. Dat was pittig. Die dingen heb ik nog steeds wel, maar zij staan nu op een laag pitje. Het zelf trainingen geven vindt ik ontzettend leuk om te doen, maar daar is nu weinig tijd voor. Incidenteel ben ik als co-commentator te beluisteren bij Ziggo Sport.

Padel is relatief nieuw. Hoe zou je deze sport en de opkomst in het kort omschrijven?

Padel is een zeer toegankelijke racketsport voor alle leeftijden. Het is toegankelijker om in te stappen in vergelijking met tennis bijvoorbeeld. Iedereen kan het, maar toch is het geen gemakkelijke sport. Als je het echt wilt snappen en om het op een hoger competitiefniveau te kunnen spelen heb je een heleboel te leren. Daarin zit voor mij de uitdaging in deze sport.

Padel wordt op een padelbaan gespeeld, ook wel een kooi genoemd. Het spel wordt in principe twee tegen twee gespeeld. Dat maakt het een heel sociale sport.
Corona heeft de sport een hele boost gegeven. De kooien schoten als paddenstoelen uit de grond. Sporters, die tijdens de lockdowns bezig wilden blijven, gingen padellen. Andere takken van sport hebben de combinatie gezocht met padel. Veel verenigingen waren in nood en/of keken naar manieren om hun leden te behouden. Een padelkooi is dan een goed middel, want je krijgt ineens een andere activiteit op de club, die voor binding zorgt.

Om padel goed te introduceren is het belangrijk om de organisatie goed te hebben staan. Een goed bestuur, een goede commissie en een betrokken trainer zijn belangrijk voor succes. Wanneer één van die elementen ontbreekt bij een club, dan zie je een sport vroeg of laat stagneren.

In de omschrijving van het spel kwam ik de slogan ‘expect the unexpected’ tegen, omdat van alles kan gebeuren tijdens het spel.

Wanneer je het simpel neerzet is de padelbaan een veld van 10 bij 20 meter met een net ertussen omringd door hekwerk en glazen wanden. De bal moet naar de overkant, over het net, in het veld komen en daarna mag hij alle kanten op. Als je de kooi meeneemt in het spel, dan kan de bal bij het hek hele rare capriolen uithalen. Bij de wanden wordt het spel meer voorspelbaar naar mate je meer ervaring hebt.

Wat maakt padel toegankelijker dan tennis?

Er wordt wel gezegd ‘met een uur kan je padellen met vier mensen’. Na een uur tennissen met z’n vieren heb je nog geen rally’s. Wil je echt leren tennissen? Dan ben je al snel een jaar of meer verder. Bij padel gaat dat vlotter, omdat het racket korter bij je hand zit. Denk aan tafeltennis. Ook daarbij heb je vrij snel gevoel met de bal, omdat het racket zo kort in contact is. Zo kan je de controle op de bal makkelijker overbrengen.

Padel speel je in principe twee tegen twee, dus in een teamverband?

Zeker een team, je bent altijd afhankelijk van je maatje én afhankelijk van de kant van het veld waar je staat. Dat kan te maken hebben met je karakter, je fysieke gesteldheid, je ervaring en je technische skills.

Want het maakt uit of je rechts of links staat?

Ja, de rechter speler is over het algemeen de meer opbouwende, controlerende speler. De linker speler is vaak meer creatief en moet een groter baanoppervlak bespelen. Een linkshandige speler is vrijwel standaard de rechter speler, omdat de linker hand in het midden dominant is. Ballen naar de zijkant zijn moeilijker te spelen. Ballen komen dus vaker door het midden. Als je dan een rechtshandige op links en een linkshandige op rechts zet, dan heb je een heel mooie combi.

Interessant is dat je als coördinator in de leerlijn zit voor het opleiden van padeltrainers. In het algemeen heb je bij sportprestaties te maken met de factoren technisch, tactisch, fysiek en mentaal. Hoe komt volgens jou de mentale factor naar voren in de opleiding en in het trainen zelf?

Op dit moment is de opleiding vrijwel zonder mentale aandacht. Het tennis heeft bijvoorbeeld de A-, B- en C-opleiding. De A-opleiding is gericht op beginners en clubniveau. De B-opleiding is meer gericht op presteren, dus mensen die landelijk competitie en toernooien nationaal spelen. En de C-opleiding is gericht op het begeleiden van spelers die nationaal dan wel internationaal actief zijn.

Bij de KNLTB hebben we voor padel nu de A-opleiding padelleraar staan. We werken aan de B-opleiding. Daar heb je meer te maken met wedstrijdspelers, dus daar zal naast de technische, tactische en fysieke aspecten het mentale aspect naar voren komen. We zeggen wel altijd dat je als trainer eigenlijk een wandelende psycholoog bent. Je krijgt vrijwel alles te horen van je leerlingen.

Als je kijkt naar je eigen ervaring als trainer, hoe maakte je gebruik van de mentale kant van de sport?

Zowel op recreatieniveau, clubniveau, als op competitieniveau met wedstrijdspelers heb ik het altijd geweldig leuk gevonden om een stapje verder te gaan dan alleen te werken aan techniek, tactiek en conditie. Ik vond het een uitdaging om mensen zo ver te krijgen na te denken over ‘waar ben ik nu eigenlijk mee bezig in die wedstrijd?’. Over hoe zij naast de tactische keuzes dingen kunnen omdraaien bijvoorbeeld. Als trainer heb ik veel spelers daarvan bewust gemaakt.

Als speler ben ik ook altijd geïnteresseerd geweest in de mentale factoren. In padel vind ik het super interessant hoe het werkt met een medespeler. Als de één het lastig heeft, is het zaak het teambelang voorop te stellen. Dat je open staat voor hulp en dat de ander bereid is om die hulp te bieden. Want bij padel is het eenmaal zo dat de speler die minder goed is alle ballen krijgt en de medespeler in de ‘koelkast wordt gezet’. Het is belangrijk dat mensen, als ze beginnen met padel, beseffen dat het een teamsport is.

Coachen spelers elkaar in het veld?

Ja, dat gebeurt continue. Als teamsport is het belangrijk dat je onderling goed communiceert dus tijdens padel ben je als speler(s) voortdurend aan het coachen. Het mentale aspect is waanzinnig belangrijk en is van grote invloed.

Zie je kansen of mogelijkheden om de mentale factoren binnen padel, die interessant zijn voor het verbeteren van prestaties, verder te brengen?

Honderd procent en we hebben er al mee te maken gehad. Maar toch, als je met de ontwikkeling van een vrij nieuwe sport bezig bent, begin je natuurlijk van onderaf met bijvoorbeeld de A-opleiding, waar we het net over hadden. In die opleiding zitten weinig mentale aspecten. Het gaat daar in de grondbeginselen over de technische en tactische vaardigheden.

Wel kan je het al hebben over het psychologisch klimaat, bijvoorbeeld hoe spelers, coaches en trainers omgaan met fouten.

Ja exact en dat is vandaag de dag wel echt een dingetje. En terecht, want als iemand niet capabel is om met fouten om te gaan dan kan dat schadelijke gevolgen hebben. Zo simpel is het.

Het kan ook gaan om onkunde, waardoor zij niet goed weten hoe iets op een goede manier over te brengen.

Zeker, zo zijn er zat mensen op allerlei vlakken, of het nu om een padeltrainer gaat, een voetbaltrainer of iemand in het bedrijfsleven. Als iemand daarin niet kundig genoeg is, kan dat tot problemen leiden. Ook dat willen we meenemen in het opleidingstraject. Het is voor ons binnen de KNLTB een uitdaging om daar op een goede manier in de opleidingen aandacht aan te geven. Dit begint al bij de clubtrainer.

Je wilt natuurlijk dat kinderen die leren padellen, en eigenlijk ook los van padel, een leven lang blijven sporten. En dat begint met plezier.

Inderdaad, de insteek is plezier en gezondheid. Dat is de basis van de ijsberg. En die kleine top van de ijsberg, die in staat is om een hoog niveau te halen, dat is natuurlijk ook een groep spelers waar we ons op richten. Maar de basis is de onderkant.

Wat betreft de mentale kant van padel, zie je verschil tussen trainingen en wedstrijden? Wat valt jou specifiek op?

Padel leent zich er heel snel voor om als spelletje gespeeld te worden. En dat is het uiteindelijk ook: een spel in de vorm van een sport voor de mensen, die het spelen. Ik denk dat het spel, de sport en mentale factoren voor mensen individueel een richting is te geven. Een trainer is hierin een spil. Hoe leg je een juiste balans in een training en in hoeverre komt het mentale aspect naar voren?

Bij wedstrijden is het mentale nog veel meer aanwezig, omdat je dan met resultaat te maken hebt. Dan gaat het nog meer een rol spelen. Ben je dan nog in staat om onder wedstrijddruk de technische en tactische vaardigheden op de baan te leggen?

Dat is een mooi punt. Hoe bereiden jullie voor op mentale druk?

Bijvoorbeeld door wedstrijdsituaties in een toernooi te implementeren binnen trainingen. Denk aan met achterstand in de game spelen.

En als je kijkt naar het nationale herenteam, waarvan jij assistent-bondscoach bent?

De sport is nog jong. Het nationale herenteam traint vanaf december 2021. In januari 2022 is een grotere groep spelers teruggebracht naar uiteindelijk een team van acht mannen. Met leeftijden van 19 en tot een jaar of 35. Deze groep trainden twee keer per week bij de bondscoach. Zelf ben ik er de laatste anderhalve maand voor het kwalificatietoernooi voor het WK bijgekomen.

We wilden de heren meer één team laten worden. Ik vond het mijn taak om te kijken hoe we dat binnen heel korte tijd zo goed mogelijk voor elkaar konden krijgen. Wat hebben we voor elkaar over? Wat is ons doel? Wij kunnen dat wel vinden, want wij hebben het doel om via de kwalificaties naar het WK te gaan. Dat willen wij. Willen jullie dat ook? Ja! We hebben toen een mentale en motivatiesessie gehouden.

Ook is Nito Brea, Argentijnse toptrainer met veel internationale ervaring in padel, naar Nederland gekomen. Hem hebben we betrokken bij het nationale herenteam. In een trainingsochtend hebben we met hem een sessie gehad, eerst in een lokaal en daarna op de baan. Hij heeft zijn licht over het team laten schijnen.

Na de kwalificatie hadden we nog een paar weken om ons voor te bereiden voor het WK. Het kwam al heel snel dichterbij. We hadden een heel goed groepsgevoel en een heerlijke periode in Engeland gehad. We kwamen als hecht team daar vandaan. En zo zijn we ook naar Dubai gegaan.

Op het WK in Dubai was onze doelstelling anders dan voor het kwalificatietoernooi. Op het WK was ons doel om zo hoog mogelijk eindigen. We zijn als 13e geëindigd van de 17 teams. We zaten in een hele sterke poule en zijn als het ware best of the rest geworden.

Je hebt te maken met teamdynamiek, dynamiek van de koppels zelf, maar ook van team als geheel.

Spelers zijn individuen, als de één de klad er in heeft, dan is het voor dat koppel over. Als het koppel niet functioneert kan een heel team minder gaan functioneren.

Er is een hiërarchie tussen de koppels. In trainingen gebeurt er van alles, dit hou je in de gaten, herken je, wil je ook wel eens verkrijgen. Het is niet alleen een interessant proces, maar ook een lastig proces wanneer je te maken hebt met een jonge sport, nog onervaren spelers op wereld niveau en waar je dan toch met z’n allen mee om moet gaan.

En het resultaat op het toernooi draagt ook bij aan de teamdynamiek, want dat was anders dan bij de kwalificaties. Bij het WK gingen de eerste drie ontmoetingen verloren. Dan gebeurd er wel wat binnen het team. Als reactie hierop volgden meerdere gesprekken individueel en in teamverband, begeleidend en ondersteunend.

Tijdens het WK hadden we ook de beschikking over een fysiotherapeut, zij is tevens sportpsycholoog. Voor Diego Mieres (bondscoach) en mij was Mireille Claessens een welkome ondersteuning. Die samenwerking was geweldig. Daar zijn we heel blij mee geweest, ook in de evaluatie is dat goed ontvangen. Dit blijft in de toekomst zeer wenselijk.

Zijn er andere dingen die jou zijn opgevallen vanuit je ervaring op het WK?

Jazeker, als je andere landen bekijkt, die langer en professioneler met de sport bezig zijn. Van hen kunnen we niet alleen leren, maar ook zag je de professionaliteit over de hele breedte. Je kan het niet zo gek verzinnen. Er waren meer mensen mee in de ondersteunende staf. Voor iedere tak van de sport was een specialist mee. Er was een teammanager, dus de coach kon zijn of haar werk doen gericht op die specialiteit.

Op zo’n WK ontmoet je menig collega en kan je veel kennis en ervaring uitwisselen. Netwerken dus. Dat is ook wat we in de opleidingen doen. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zaak is om veel padelkennis te vergaren en in te zetten. De opleidingen van de KNLTB staan hoog aangeschreven.

Welke ambities heb jijzelf in padel?

De padelsport in Nederland naar een hoger niveau brengen door middel van mijn werk bij de KNLTB. De uitdaging op het prestatieve vlak vind ik natuurlijk ook interessant. De kwalificatie in Engeland en het WK in Dubai waren supergave ervaringen. Deze wil ik ook zeker continueren. De opleidingen A en in de toekomst B en wellicht C ontwikkelen. Daar ligt voor mij de grootste prioriteit.

Op die manier help je de sport verder. Je bent echt het fundament aan het bouwen.
We zijn in de fundering bezig ja, nog steeds. Het gaat ongelooflijk hard, maar de breedte van de sport en dus ook de breedte in het onderwijs is zeer belangrijk! Kwaliteit van de opleiding, dat is voor mij nummer één!
Wat wil je ambitieuze padelspelers meegeven?

Als je een sport gaat beoefenen, in dit geval padel, dan vind ik plezier en je fysieke gesteldheid belangrijk. Als blijkt dat je interesse hebt om sneller beter te willen worden, is mijn advies om te trainen bij verschillende trainers. Je kan met één trainer een hele goede band hebben. Door bij verschillende mensen je licht op te steken, gaat je verbreding in de sport sneller. Je leert ook keuzes maken: wat past bij mij en wat past niet bij mij? Je leert jezelf als padeller zo beter kennen. Je kunt werken aan specialisme als speler en als team.

Dat is een interessant punt dat je aansnijdt. Het is bijvoorbeeld in de voetbalopleidingen een discussiepunt. Ga je iemand van 6 of 7 alleen maar als verdediger opleiden, of ga je eerst alle posities leren en pas vanaf een jaar of 13, 14 specialiseren?

Hierbij kan je wel het onderscheid maken tussen recreatief en prestatief. Als je het over recreatief hebt, zo breed mogelijk opleiden. Als je het over prestatief hebt is het een kwestie van tijd en aan trainers en coaches om te kijken welke kwaliteiten een speler fysiek, mentaal enzovoort heeft. Waar is iemand toe in staat? Welke capaciteiten, kennis en kunde heeft iemand?

Wat wil je ambitieuze trainers meegeven?

Coach de coach is weer een ander verhaal. Ik maak ook hier een onderscheid tussen de recreatietrainers en de prestatietrainers. Ik vind het belangrijk voor de recreatietrainers dat ze breed inzetbaar zijn. Dus ook op dit vlak breed kijken. Dat heb ik zelf ook belangrijk en leuk gevonden.

Voor een prestatietrainer komt het aan op wat je vakgebied is. Die specialiseert zich meer en specificeert meer in wat hij of zij belangrijk vindt.

De Kronkels 9a,
3752 LM Bunschoten